Wijkaanpak warmtetransitie steeds vaker van onderaf
Niet alleen gemeenten nemen het voortouw bij de verduurzaming van wijken. Het zijn steeds vaker ook burgers die het initiatief nemen om daar samen de schouders onder te zetten. DWA onderzocht voor Buurtenergie Statenkwartier (BES), een vereniging van bewoners van het Haagse Statenkwartier, de mogelijkheden om hun wijk aardgasvrij te maken. Een hoogtemperatuur warmtenet met meerdere duurzame energiebronnen lijkt daarvan het meest kansrijk.
De gemeente Den Haag wil in 2030 klimaatneutraal zijn. Die ambities staan niet alleen hoog op politieke agenda’s, ze leven ook in de wijken zelf. Inwoners van het statige Statenkwartier, een wijk met 5.000 woningen van rond 1900, gaan gemeenschappelijk op zoek naar nieuwe manieren om hun woningen te verwarmen. De gemeente juicht dat toe en praat mee aan de overlegtafel.
Vijf alternatieve routes
BES schakelde DWA al eerder in om te onderzoeken of het technisch haalbaar is om de relatief oude wijk zonder aardgas te verwarmen. Daar kwam een positief oordeel uit. In het tweede onderzoek, dat gisteren is gepresenteerd aan bewoners en de gemeente Den Haag, vergeleek DWA vijf alternatieve routes naar een aardgasvrije wijk in 2030. Eén is een collectief warmtenet op 70°C, plan twee is een warmtenet op 50°C, maar dan met een warmtapwaterbooster in elke woning. Optie drie gaat uit van het behoud van cv-ketels, die in dit geval ‘gevoed’ worden met waterstof in plaats van aardgas. Plan vier is een mix van een warmtenet én waterstofvoorziening en optie vijf is gestoeld op individuele luchtwarmtepompen waarmee elk van de woningen volledig op elektriciteit gaat functioneren.
Gefaseerde aanpak collectief warmtenet
“Het bijzondere van dit project is toch wel dat het echt van de bewoners zelf komt. Een actieve groep die zelf het heft in handen neemt en ons opdracht geeft om met duurzame voorstellen te komen,” zegt senior adviseur Martijn Koop van DWA, die het onderzoek leidde. Hij vat het DWA-advies samen. “Ons advies luidt om van de vijf alternatieven, door te gaan met het collectieve warmtenet op hoge temperatuur, gebruik makend van diverse duurzame bronnen. Zoals geothermie, warmtecentrales en restwarmte uit de industrie. Voor de eerste 500 woningen denken we met name aan warmte van de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) Houtrust. Bij deze optie zijn de integrale kosten het laagst, wordt er gebruik maakt van lokale bronnen, het extra ruimtebeslag is beperkt én het is uitvoerbaar voor 2030. Later is dan met geothermie en/of restwarmte uit de Rotterdamse havens de grote slag te slaan.” DWA rekende uit dat de totale investering en de jaarlijkse kosten per woning bij de optie van het warmtenet op 70° graden het laagst zijn terwijl het de op één na grootste CO₂-reductie levert.
Techniek, kosten en organisatie
DWA heeft nog niet doorgerekend hoeveel deelnemers er nodig zijn om het plan rendabel te maken en wat de totale kosten voor alle partijen in de warmteketen zullen zijn. Dat is werk in een volgende fase. Voor het warmtenet is nieuwe infrastructuur nodig, cv-ketels worden dan vervangen door een warmte-afleverset met warmtemeter. Woningen met radiatoren kunnen die (voorlopig) behouden, zij het met een kleine aanpassing. Belangrijk is dat de woningen ook worden geïsoleerd; al is het maar om de warmtevraag te laten afnemen. De woningeigenaren kunnen voor hun individuele investeringen gebruik maken van verschillende subsidiemogelijkheden. Ook dat vraagt een nadere uitwerking en concrete aanvragen. Het is nu aan BES om draagvlak te creëren voor de omschakeling in de warmtevoorziening. De volgende stap is dan om de gekozen optie in groter detail uit te werken op het gebied van de techniek, kosten en organisatie. Uiteindelijk zal BES een exploitant moeten vinden die de warmte gaat winnen en naar de woningen zal brengen. Het spreekt vanzelf dat DWA de wijk daarin graag bijstaat.