‘Al in april bij Het RIVM op de deur geklopt’
Aan het begin van de coronacrisis gaf Jaap Dijkgraaf een openhartig interview over de impact van het virus op de samenleving, de economie, duurzaamheid en projecten. In een tweede interview kijkt Jaap terug op de achterliggende periode en pleit hij voor blijvende alertheid. Hij legt het belang van luchtverversing uit en legt een link tussen de coronacrisis en de klimaatcrisis.
Hoe kijk je terug op de aanpak van de pandemie?
In zijn algemeenheid vind ik dat we dankbaar moeten zijn voor de gekozen aanpak. Ik denk dat de intelligente lockdown en de aanvankelijke focus op de volksgezondheid goede keuzes zijn geweest. Het heeft veel effect gehad op het indammen van de verspreiding van het virus. Wel vind ik dat er te lang, te weinig aandacht is geweest voor het belang van goed ventileren.
Als Jaap van Dissel bij je had aangeklopt voor een advies op dat gebied, wat zou dat dan zijn?
Eigenlijk is dat omgekeerd gegaan. We hebben al in april als sector – met TVVL, ISSO, VLA en VCCN – op de deur van het RIVM geklopt om aandacht te vragen voor de verspreidingsroute via aerosolen. En voor het belang van ventilatie. Het RIVM sloot overdracht via aerosolen in de lucht lange tijd uit.
Is dat inmiddels bewezen?
De 1,5 meter-regel is gebaseerd op de grote druppels die vrijkomen bij praten, schreeuwen, zingen, niezen. Die vallen binnen 1,5 meter neer. Maar de hele kleine druppeltjes, de aerosolen, zweven langere tijd door de lucht en over grotere afstanden. Als die druppeltjes levensvatbare virusdeeltjes bevatten en je inhaleert die, dan kun je ziek worden. Door vervuilde lucht af te voeren en te verversen, verminder je dat risico. Wereldwijd hebben wetenschappers situaties aangetoond van besmetting via aerosolen. Dat wisten we ook al vanuit SARS-1. Ik vind het dus opmerkelijk dat dit niet eerder op de agenda is gezet. Het heeft lange tijd voor onduidelijkheid en verwarring gezorgd.
Het advies is dus: meer ventileren?
Nu kunnen we nog ramen open zetten, we zijn veel buiten. Maar als het straks herfst en winter is, dan wordt het spannend. Het virus kan opleven als we weer meer binnen zijn. Juist dan wordt ventilatie cruciaal. Het advies is om allereerst goed naar je ventilatiesysteem te kijken, om te controleren of het goed werkt en juist is ingeregeld. En zet het systeem dan zo veel mogelijk in de maximale stand. Het RIVM zegt alleen dat je ‘voldoende’ moet ventileren, en verwijst daarbij naar het Bouwbesluit. Dat vind ik wel karig. Die regels stammen uit de jaren tachtig. Kijk dus vooral naar de richtlijnen, de protocollen en de prestatie-eisen die de installatiebranche hanteert.
Welke ondersteuning biedt DWA daarin?
We hebben een risicotaxatie-tool ontwikkeld, waarmee je het besmettingsrisico in bepaalde ruimten kunt berekenen. Je geeft aan hoe groot de ruimte is, hoeveel mensen je erin wilt stoppen en hoe er geventileerd wordt. Dan berekent de tool het risico – met de aanname dat zich één besmette persoon in de ruimte bevindt – van verdere besmetting. Het advies kan dan zijn: je kunt in die ruimte met vier mensen tegelijk maximaal één uur vergaderen. In dat geval zijn de risico’s aanvaardbaar. Op basis daarvan kun je zeggen: ik ga niet met acht maar met vier personen vergaderen in die ruimte, ik ga wat meer pauzes inlassen of ik ga meer ventileren. Die tool hebben we in eerste instantie ontwikkeld voor kerken, om het risico van gezamenlijk zingen in een gesloten ruimte te bepalen. Maar we werken die nu verder uit voor bijvoorbeeld kantoren, verpleeghuizen, scholen en concertgebouwen. Voor kantoren is deze tool zo goed als klaar en we kunnen ermee werken.
Wat zijn andere lessen die we uit deze crisis kunnen trekken?
De les die voor mij overblijft is dat we als mens ongelofelijk kwetsbaar zijn. Ook al wist je dat, het is heftig om dat te zien en te voelen. Het besef dat er zomaar iets kan gebeuren waardoor je letterlijk met zijn allen aan de grond genageld staat, vond ik een buitengewone ervaring. Ik blijf optimistisch en hoop dat dit besef er ons toe zet om fundamenteel de koers te verleggen naar een duurzame samenleving. Het virus zien we niet, maar we zijn dat wel heldhaftig te lijf gegaan. De aftakeling van ons duurzame kapitaal is wel duidelijk zichtbaar.
Bij de klimaatcrisis is er zelfs een Klimaatakkoord opgesteld. Alleen is het wrange dat we de klimaatcrisis niet ervaren als een crisis, we doen alsof we nog voldoende tijd hebben en schuiven investeringen voor ons uit. Bij corona is dat precies tegenovergesteld. Het voelde als een crisis: de overheid nam de regie, professionals maakten plannen en er was in no time veel geld beschikbaar.
Stel dat er een tweede coronagolf komt. Zijn we dan beter voorbereid? Zou je dingen anders doen?
We hebben als samenleving tijdens de lockdown het virus een enorme dreun gegeven en daardoor is het ver terug gedrongen, maar niet verslagen. Als we alert blijven, veel testen, en voorzichtig zijn, dan hoeft het niet meer tot massale uitbraken te komen. Ik denk wel dat we beter voorbereid zijn, ja. We hebben de narigheid gezien en weten nu wat ons te doen staat, waar de zwakke plekken in het systeem zitten. Zelf zou ik niet veel anders doen. Als DWA zou ik dezelfde route lopen. Mochten we opnieuw voor langere tijd thuis moeten werken, dan zou ik wel meer alert zijn op de zware belasting van het door elkaar lopen van werk en privé. Vooral voor mensen met kleine kinderen.
Hoe heb je de coronaperiode persoonlijk beleefd?
Gelukkig zijn we gezond gebleven. De beperkingen in de sociale sfeer waren lastig, de fysieke ontmoetingen heb ik gemist. Maar terugkijkend heeft het ons in feite aan niets ontbroken. We kunnen met veel minder af dan we denken. Hartverscheurend vind ik wel dat de minstbedeelden weer het hardst getroffen zijn. Door ziekte of werkloosheid, verdergaande armoede en honger.
En hoe is DWA er doorheen gekomen?
We zijn goed aan het werk gebleven en we hebben de bocht naar thuiswerken rimpelloos gemaakt. Sommige projecten vielen even stil, andere gingen op slot. We mochten geen inspecties uitvoeren aan technische installaties bij verpleeghuizen en bewonerssessies voor aardgasvrije wijken zijn uitgesteld. Maar gelukkig was onze orderportefeuille divers genoeg en is die weer vrij snel aangevuld met nieuwe projecten. Zo hebben we onze doelstellingen voor het eerste halfjaar toch kunnen halen.
Hoe werkt het nu op de kantoren?
Op 1 juni zijn we met een coronaprotocol weer open gegaan. We houden de 1,5 meter afstand-regel aan, hebben het aantal werk- en vergaderplekken teruggebracht, maken vaker schoon en ventileren intensiever dan voorheen. Via een boekingssysteem kunnen mensen zich per dagdeel inschrijven voor een werkplek. Iedereen kan 50% van de tijd op kantoor werken. Dus we zijn hybride geworden: deels thuis, deels op kantoor. Iedereen is blij met de geleidelijke terugkeer naar kantoor. Lerende organisaties gaan nu eenmaal ‘bloedarmoede’ vertonen na lang thuiswerken. Als groep zie en leer je meer dan als individu. Om interpretaties te delen en tekortkomingen bloot te leggen, is fysieke ontmoeting nodig. Dat kan nu gelukkig weer.