Energiemanagement inbedden in totale bedrijfsvoering
Vrijwel alle zichzelf respecterende organisaties en instellingen hebben duurzaamheid hoog in het vaandel staan. En ook de overheid draagt z’n steentje bij in vorm van wet- en regelgeving. In de praktijk leidt dat tot een groot aantal initiatieven en activiteiten die niet altijd op elkaar zijn afgestemd. Dat is jammer, want de bereikte resultaten staan dan niet in verhouding tot de hoeveelheid tijd en geld die erin worden gestoken.
Gemeente Delft gooit het over een andere boeg. Zij ontwikkelt een werkmodel, waarmee wettelijke verplichtingen en de invulling van het gemeentelijk beleid worden gecombineerd in gemeenschappelijke jaarplannen. Automatisering en monitoring zijn daarin tools.
Sander Aupperlee is facility manager bij gemeente Delft en is de stuwende kracht achter een nieuwe aanpak. “We zijn gestart met het automatiseren van het aansluitingenbeheer en de factuurcontrole. De gemeente heeft zo’n 350 elektriciteits- en gasaansluitingen. Die moeten worden beheerd en de energiefacturen moeten worden gecheckt. Vroeger deden we dat handmatig, nu hebben we dat geautomatiseerd. Dat bespaart veel tijd en geld. Bovendien geeft het ons de informatie, waarmee we het energieverbruik kunnen beoordelen en optimaliseren.”
Gemeente Delft sloot in 2015 een raamcontract met DWA om de automatisering, monitoring en dienstverlening te leveren, waarmee energiemanagement nieuwe stijl mogelijk is. DWA werkt samen met diverse partners, waaronder Energiemissie en RPS.
Het kader voor energiemanagement bestaat in hoofdzaak uit vier elementen:
- Wettelijke verplichtingen
- Beleid m.b.t. onderhoud
- Huisvestingsbeleid
- Duurzaamheidsbeleid van gemeente Delft
Vanuit dit kader wordt een nieuw werkmodel gemaakt, waarmee energiemanagement ingebed wordt in de totale bedrijfsvoering voor onderhoud en beheer van gebouwen. Zo wordt voorkomen dat energiemanagement een apart, opzichzelfstaand fenomeen blijft. Door slim met energie en duurzaamheid om te gaan kan een efficiëntieslag gemaakt worden in het beheer en de uitvoering van het onderhoud. Een belangrijke ingrediënt in de aanpak is het meetbaar en aantoonbaar maken van resultaten van maatregelen of gemaakte keuzes.
Sander Aupperlee heeft er een duidelijke visie op: “Wij willen stap voor stap onze gebouwen energie-efficiënter maken. Met monitoring maak je de voortgang zichtbaar en kun je ook de bestuurders laten zien welke resultaten worden geboekt. Met de monitoringstool kijken we niet alleen naar de energiemeters maar ook naar de installaties. In het functioneren van installaties zit nog vaak een groot verbeterpotentieel. Niet alleen met het oog op energie, maar ook met betrekking tot comfort in het gebouw.”
Performancemonitoring
De prestaties van een gebouw zichtbaar maken, betekent dat je erover kunt communiceren en er afspraken over kunt maken met uitvoerende partijen. Er is een overvloed aan data in gebouwen: elektriciteits- en gasverbruiken, ruimtetemperaturen, weergegevens, data uit technische installaties, aanwezigheidsdata en ga zo maar door. De kunst is om deze data te synchroniseren, geautomatiseerd te analyseren en in begrijpelijke vorm te rapporteren. Met de monitoringstool zijn deze stappen mogelijk en heb je als gebouwbeheerder of onderhoudspartij een instrument om prestaties zichtbaar te maken.
Energiemanagement ‘erkende maatregel’
Energiemanagement is per 1 januari 2018 opgenomen in de lijst van ‘erkende maatregelen’ voor gebouwen. Die lijst is opgesteld in het Energieakkoord om de energietransitie te bevorderen. Bedrijven en instellingen die de erkende maatregelen voor hun gebouw(en) uitvoeren, voldoen aan de eisen in de Wet Milieubeheer (Activiteitenbesluit).
Energiemanagementsystemen (EMS) worden als erkende maatregel beschouwd voor gebouwen waarin het energieverbruik voornamelijk wordt bepaald door klimaatinstallaties, zoals scholen, kantoren en detailhandel.