Toetsen en borgen van prestaties door monitoring
RAI Amsterdam heeft ruim 100 jaar ervaring met het organiseren van (vak)beurzen en congressen. Wie kent niet de enorme hallen van het Holland Complex en het Europa Complex met het typerende gebogen dak? Een van die hallen is Hal 12 met een oppervlak van ruim 9.000 m² en meer dan 15 meter hoogte.
Voor het verwarmen van de hal zijn grote vermogens nodig. Vooral het opwarmen van de hal, voorafgaand aan een beurs, vraagt een fors vermogen. Als de hal eenmaal op temperatuur is, de verlichting op de beurs brandt en de bezoekers naar binnen stromen, zakt het verwarmingsvermogen weer flink terug. Kortom, de verwarming van zo’n hal kent een sterke dynamiek. Om daar goed op in te spelen beschikt Hal 12 over acht luchtbehandelingskasten die gezamenlijk 431.000 m³/h lucht kunnen verplaatsen. Lucht uit de hal, die verwarmd en weer ingeblazen wordt. Eventueel gemengd met buitenlucht om voor voldoende ventilatie te zorgen. In totaal kan maximaal 6.800 kW verwarmingsvermogen worden geleverd aan de hal, maar het kan ook terugzakken tot nog geen 600 kW.
Het oorspronkelijke hydraulisch ontwerp, de pompen en de regeling stammen uit de tijd dat RAI met eigen ketels verwarmde. Een aantal jaren geleden is RAI echter overgestapt op stadsverwarming van NUON. Dat heeft consequenties. De aanvoertemperatuur bijvoorbeeld is nu afhankelijk van de buitentemperatuur. Bij buitentemperaturen rond de 5 °C ontstaat daardoor voor RAI een ongunstiger verhouding tussen beschikbaar vermogen en benodigd (opwarm)vermogen. Een ander punt is dat wanneer je op stadsverwarming draait je met een retourtemperatuur van minimaal 20 K dient te draaien, terwijl dat voor de oorspronkelijke ketels nauwelijks een rol speelde.
Optimaliseren met voorspellende simulaties
RAI heeft DWA gevraagd het verwarmingssysteem te analyseren en vervolgens een plan te maken voor de vervanging van de pompen en regelafsluiters. “Het doel is om de prestaties van het verwarmingssysteem voor Hal 12 te optimaliseren”, aldus Christian Sueters, technisch manager werktuigbouw bij RAI. “Tegelijkertijd willen we de retourtemperaturen voor NUON verlagen én het energieverbruik van alle circulatiepompen verlagen.”
“Dat laatste is zonder meer haalbaar”, stelt Arjan Bakker van DWA. “Wij rekenen met simulatiesoftware het verwarmingsnet, de pompen, de regelafsluiter en de regeling tot in detail door. En vervolgens optimaliseren we het geheel. RAI gaat zo’n 60 á 70% op z’n pompenergie besparen. Met metingen willen we dat straks aantonen.”
DWA voert het project uit in samenwerking met Buro van de Peppel dat bij RAI ondersteunende coördinatie biedt en als sparring partner optreedt voor de optimalisatie van het verwarmingssysteem voor Hal 12.
Potentieel in Nederland
Zoals RAI zijn er veel meer gebouwen in Nederland waar op pompenergie bespaard kan worden. Volgens Hans Buitenhuis, managing partner bij DWA, is alleen in de kantorensector al 17 miljoen kWh elektriciteit te besparen in verwarmingsinstallaties. Zo’n zelfde getal geldt ook voor de koelinstallaties. “En eigenlijk is dat voor gebouwmanagers nog maar het halve verhaal. Als je namelijk het functioneren van verwarmingsnetten en koelnetten goed in de hand hebt, zie je dat ook terug in beter comfort en beter functioneren van duurzame systemen, zoals bodemenergiesystemen.”