Circulair bouwen richt zich op het waardebehoud van grondstoffen door deze continu in de kringloop te houden. Ofwel: bouwen zonder afval omdat je de bouwmaterialen steeds hergebruikt. Het draagt bij aan de verlaging van CO2-uitstoot en grondstofgebruik. Overheden, projectontwikkelaars en architecten die de circulaire bouwprincipes willen toepassen bij nieuwbouw of renovatie, kunnen gebruikmaken van diverse meetmethodes, handreikingen en strategische hulpmiddelen. De belangrijkste zijn:

  1. De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG)
  2. De Meetmethodiek Losmaakbaarheid
  3. Life Cycle Analysis (LCA)
  4. Whole Life Carbon (WLC)
  5. Leidraad Circulair ontwerpen
  6. BREEAM-systematiek
  7. Circulariteitsprestatie gebouwen (CPG) / GPR Gebouw
  8. Building Circularity Index (BCI)
  9. Het Nieuwe Normaal (HNN)

Wat is circulair bouwen?

Circulair bouwen is een manier van bouwen waarbij gestreefd wordt naar een volwaardige kringloop aan bouwmaterialen. Er kan zowel sprake zijn van een technische kringloop of een biologische kringloop.
Bij een biologische kringloop groeit het product (bijvoorbeeld biobased materialen als hout), waarbij het CO2-opneemt. Na een gebruiks- en hergebruiksfase is compostering mogelijk. Het vormt vruchtbare grond waarop nieuwe bomen of andere gewassen kunnen groeien.
Bij een technische kringloop worden de materialen ontgonnen. Na gebruik volgt hergebruik op element- of materiaalniveau. Is hergebruik niet meer mogelijk, wordt het gerecycled. Kortom, circulair bouwen in de puurste vorm, is bouwen zonder afval.

Circulair bouwen, waarom is het nodig?

1. Minder CO2-uitstoot

Gebouwen zijn – inclusief de bouw – verantwoordelijk voor ruim een derde van het totale energieverbruik wereldwijd. De CO2-uitstoot die daarbij hoort is zelfs goed voor 39% van het wereldwijde totaal. De operationele en materiaalgebonden emissie van de bouw moet dus flink omlaag. Bovendien streeft Nederland naar een volledig circulaire economie in 2050.

2. Lager grondstofverbruik

De bouw verbruikt de helft van alle grondstoffen in de wereld. Veel van die grondstoffen zijn schaars. Met de winning gaat veel energie gepaard en het legt op beslag op het landschap, vervuilt de omgevingen heeft impact op biodiversiteit. Bovendien bestaat er vaak een geopolitieke afhankelijkheid van grondstoffen. Het materiaal komt uit landen waarmee de handelsrelatie op gespannen voet staat of kan gaan staan.

Circulair bouwen: hoe pak je het aan?

Bij circulair bouwen is het doel om hoogwaardige materialen en grondstoffen zo lang mogelijk in de kringloop te houden. Een veelgehanteerde prioriteitenladder bij circulair bouwen is het 10R-model of de R-ladder. Dit model, dat sterke overeenkomsten vertoont met het bouwwaardemodel, ziet in ‘refuse’ de optimale vorm van circulariteit. ‘Recover’ (energieterugwinning) staat op de laagste trede.

De 10 tredes van de R-ladder 


1. Refuse (afwijzen)

De eerste vraag bij wens tot bouwontwikkeling is: ‘Is het echt nodig dat er gebouwd of verbouwd moet worden?’ Andere belangrijke startvragen zijn:
– Welke doelstellingen en ambities heeft u rondom duurzaamheid en circulariteit?
– Heeft u inzichtelijk welke kansen duurzaamheid en circulariteit bieden?

2. Rethink (heroverwegen)

Is nieuwbouw of renovatie onontkoombaar? (Her)ontwerp het gebouw dan met circulariteit als uitgangspunt. Ten aanzien van circulair bouwen hanteert DWA drie technische strategieën. Het gaat om:

  1. Waardebehoud & herbestemming – hoe zorgt u dat uw gebouw nog van waarde is voor de volgende gebruiker?
  2. Flexibiliteit & herbruikbaarheid – is het gebouw makkelijk aan te passen aan de nieuwe wensen van de volgende gebruiker?
  3. Duurzaam materiaal & lage milieu-impact – welke materialen gebruikt u in de (her)bouw en hoe duurzaam en circulair zijn deze?

3. Reduce (verminderen)

Hoe beperkt u het gebruik van primaire grondstoffen en de uitstoot van CO2 bij de bouw of renovatie? (Meet)analysemethoden als de MPG (MilieuPrestatie Gebouwen), Life cycle analysis (LCA) en Whole Life Carbon (WLC) geven u meer inzicht in hoe duurzaam u bouwt. DWA past deze meet- en analysemethoden voor u toe.

Een expertise die DWA steeds vaker inzet is . Een parametrisch ontwerp vormt zich op basis van een aantal kerngegevens, denk aan oppervlakte, het gewenste daglicht en type materialen. Met het 3D-computermodel kan vervolgens onderzocht worden welke ontwerpkeuzes welke gevolgen hebben voor zaken als CO2-uitstoot, kosten én materiaalgebruik. Met een parametrisch ontwerp is het dus simpel om diverse scenario’s te onderzoeken: kunnen we af met kleinere installaties? En volstaan minder geluidwerende voorzieningen?

4. Re-use (hergebruiken)

Bekijk welke secundaire materialen u kunt inzetten bij de bouw of renovatie. En als het materiaal niet hergebruikt is, kunnen gerecycled of biobased (hergroeibaar) materiaal ook goede alternatieven zijn.

5. Repair (reparatie)

Onderhoud en reparatie verlengen de levensduur van het gebouw en de gebruikte installaties. Door de inzet van commissioning kunnen de onderhouds- en exploitatiekosten laag blijven. Commissioning – een validatieproces – richt zich immers op kwaliteitsbeheersing en prestatieborging.

6. Refurbish (opknappen)

Het opknappen/renoveren van het gebouw – denk aan modernisatie – of onderdelen maakt dat het gebouw er weer even tegen kan.

7. Remanufacture (reviseren)

Het reviseren van bouwdelen. Waar refurbishing draait om het opknappen, gaat remanufacturing een stap verder. Een bouwdeel wordt opnieuw gebouwd of herbouwd met deels nieuwe of secundaire materialen.

8. Repurpose (herbestemming)

Hergebruik van materialen, maar met een ander doel of functie. De materialen krijgen een nieuwe bestemming. De Scan Waardebehoud DWA geeft inzicht in de kwaliteiten van de verschillende materialen die in het gebouw zitten.

9. Recycling (opnieuw gebruiken)

Bouwmaterialen verwerken tot grondstof, waarvan weer nieuw bouwmateriaal wordt gemaakt van dezelfde kwaliteit (hoogwaardige recycling) of van lagere kwaliteit (laagwaardige recycling).

10. Recover (energieterugwinning)

Energieterugwinning uit bouwmaterialen is de minst optimale vorm van circulariteit. Het materiaal wordt dan verbrand, waarna de vrijgekomen energie wordt hergebruikt. Zo kan hout na een lang leven als bouwmateriaal via een biomassacentrale gebruikt kunnen worden om een warmtenet van energie te voorzien. DWA heeft alle kennis in huis over de ontwikkeling van warmtenetten.

De 6 belangrijkste aandachtspunten bij circulair bouwen

1. Circulaire nieuwbouw vraagt om een andere benadering dan renovatie

De circulaire benadering voor een locatie waarbij sprake is van bestaande bouw vraagt om aandacht voor waardebehoud. Bij een bestaand gebouw kijkt u wat er nog van waarde inzit. En dat kunt u meten. Met een thermografisch onderzoek ziet u hoe energiezuinig een gevel presteert. Een geluidsmeting zegt op zijn beurt iets over de geluidsisolatie. DWA helpt u graag met het doormeten van uw gebouw als onderdeel van een renovatieopdracht.

2. Flexibiliteit en herbruikbaarheid zijn een belangrijke voorwaarde voor circulaire bouw 

Gebouwen die flexibel en adaptief zijn kunnen inspelen op toekomstige veranderingen. Losmaakbaarheid is een middel om dit voor elkaar te krijgen. Het optimaal hergebruiken van bouwmaterialen is alleen mogelijk als alles wat vast zit ook weer simpel los te maken is. Losmaakbaarheid is daarmee één van de sleutels in de circulaire bouweconomie. De Meetmethodiek Losmaakbaarheid, zoals DWA deze inzet, is een uitstekend hulpmiddel bij het bepalen van de losmaakbaarheidsindex van een gebouw.

3. Het materiaalgebruik heeft invloed op het operationele energiegebruik

Voor een energieneutraal gebouw zijn heel veel materialen nodig. Die zijn niet altijd even duurzaam. Sommige van die materialen hebben een hoge milieulast. Circulair bouwen vraagt in de visie van DWA daarom áltijd om een integrale benadering: je kijkt én naar de CO2-uitstoot die gemoeid gaat met het materiaalgebruik én met de CO2-uitstoot gekoppeld aan het operationeel energieverbruik van een pand. De Whole Life Carbon-rekenmethode voorziet in die integrale benadering. Het gebruik van bijvoorbeeld minder isolatiemateriaal kan leiden tot een gebouw dat iets minder energiezuinig is, maar volgens de Whole Life Carbon-benadering toch minder CO2 uitstoot over zijn complete levenscyclus. DWA is specialist in het vinden van het optimum tussen materiaalgebruik tijdens de bouw en energie-efficiëntie in de gebruiksfase.

4. Circulair bouwen doe je met de hele keten

De voorwaarde voor een circulaire economie is dat alle partijen in de keten samenwerken. Voor circulair bouwen betekent het dat aannemers, ontwikkelaars, architecten, sloopbedrijven en leveranciers de handen ineen moeten slaan. Bij circulair bouwen komt veel innovatie kijken en daarbij draait het om leren en verbeteren. DGBC, kort voor Dutch Green Building Council, speelt als kennisplatform een belangrijke stimulerende rol bij het circulair bouwen. DWA is een van de partners en deelt zijn kennis en innovatie via het platform met geïnteresseerden. DWA maakt bovendien deel uit van Cirkelstad, platform voor koplopers in de circulaire en inclusieve bouwsector.

Bij het circulair bouwen krijgt u te maken met belanghebbenden aan wie u in eerste instantie niet dacht. Voor een goede marktverkenning is het raadzaam om de hele keten bij uw circulaire bouwplannen te betrekken, zodat u waardevolle kennis niet mist. DWA kan u hierbij helpen. DWA kan ook als proces- en duurzaamheidsregisseur optreden.

5. Een uniforme registratie van materialen is essentieel

Een circulaire bouwsector. Het klinkt mooi, maar voordat het hergebruik van bouwmaterialen een gesloten systeem vormt, ligt er nog een aantal grote uitdagingen op het pad:

  • Over bestaande materialen en constructies is nog onvoldoende informatie beschikbaar. Het maakt hergebruik dermate risicovol dat er vaker voor nieuwe bouwmaterialen wordt gekozen.
  • Het afstemmen van vraag en aanbod is nog lastig. Om de beschikbare bouwmaterialen te kunnen hergebruiken moet u weten wat de kwaliteit ervan is, maar ook waar en wanneer ze beschikbaar zijn. De cirkel rondmaken is dus vooralsnog een uitdaging.

Een materialenpaspoort kan uitkomst brengen. Dat is een digitale versie van een gebouw waarin alle informatie over de gebruikte materialen voorhanden is. Een materialenpaspoort geeft inzicht waar materialen zich bevinden en de samenstelling, milieu-impact, de bereikbaarheid (toegankelijkheid) en losmaakbaarheid van de materialen.

6. Circulair bouwen: technisch is het goed mogelijk, maar adaptatie vraagt om meer

Technisch zijn we al zeer goed in staat om circulair te bouwen. Toch zijn er in de circulaire bouw nog flinke stappen te maken. Opdrachtgevers staan niet altijd open voor circulaire bouw. Dat kan een financiële reden hebben, of ze willen garanties. Alles wat nieuw is, brengt immers onzekerheden met zich mee. Circulair bouwen vraagt ook om een ander type samenwerking en afspraken; het is een compleet nieuwe business case.

Het meten van de duurzaamheid van een gebouw

Hoe circulair en duurzaam een gebouw is of wordt (tijdens en na de levenscyclus), kun je op voorhand berekenen. DWA is goed in het circulair ontwerpen en in het meten en toetsen, waarbij het meteen de installatietechniek meeneemt. Daarvoor gebruikt het onder meer de volgende methodieken:

  • Milieuprestatie. De MilieuPrestatie Gebouwen of MPG geeft weer wat de milieubelasting is van de materialen die u in een gebouw toepast.
  • De Meetmethodiek Losmaakbaarheid. Het optimaal hergebruiken van bouwmaterialen is alleen mogelijk als alles wat vast zit ook weer simpel los te maken is. Losmaakbaarheid is daarmee één van de sleutels in de circulaire bouweconomie. De Meetmethodiek Losmaakbaarheid is een uitstekend hulpmiddel bij het bepalen van de losmaakbaarheidsindex van een gebouw.
  • Life cycle analysis (LCA): de milieubelasting van een product of proces bepaal je aan de hand van een levenscyclusanalyse. Het geeft inzicht in de duurzaamheid van materialen en bouwprocessen.
  • Whole Life Carbon (WLC). In een energiezuiniger gebouw wordt vaak meer materiaal gebruikt. Er zit bijvoorbeeld meer isolatie in de gevel, of er is sprake van drievoudig glas. Whole Life Carbon telt de CO2-uitstoot door materiaalgebruik opgeteld bij de operationele CO2-emissies. Dat is handig, want zo krijgt u inzicht of een voorinvestering in duurzaamheidsmaatregelen over de gehele levenscyclus van het gebouw een CO2-besparing oplevert.
  • Scan Waardebehoud. Bij haar Scan Waardebehoud brengt DWA een bezoek aan een gebouw. Zo krijgt het inzicht in de staat en het onderhoud van het pand. Het geeft inzicht in de kwaliteiten van de verschillende materialen die in het gebouw zitten, waarbij er ook aandacht is voor het gebruik van mogelijk gevaarlijke grondstoffen. Bij de Scan Waardebehoud ligt de focus op installatietechnische elementen en bouwfysische elementen, denk aan luchtbehandelingskasten, luchtkanalen, akoestische plafonddelen of isolatieplaten. DWA heeft specialisten in huis die kunnen aangeven hoe lang de elementen nog mee kunnen of wat de resterende levensduur is.
  • Circulariteitsprestatie gebouwen (CPG) / GPR-gebouw. De CPG-methode waardeert gebouwen en bouw- of renovatieplannen op hun circulariteit. Binnen de Circulariteitsprestatie gebouwen wordt GPR-gebouw gebruikt. Dat is een digitaal instrument dat de duurzaamheid van een gebouw in kaart brengt. GPR-gebouw geeft rapportcijfers op het vlak van energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.
  • Building Circularity Index (BCI). De BCI is een meetinstrument dat inzicht geeft in het circulaire potentieel van een gebouw. De BCI integreert meetmethodes voor circulariteit zoals de Losmaakbaarheidsindex en MilieuPrestatie Gebouwen in zich.

Zelf aan de slag met duurzame bouw: strategische hulpmiddelen en essentiële tools

Voor expertise rondom circulair bouwen kunt u terecht bij DWA. Daarnaast bestaan er tal van tools en hulpmiddelen waarmee u zelf aan de slag kunt: 

Ruimte voor Biobased Bouwen – Strategische Verkenning

Het rapport ‘Ruimte voor Biobased Bouwen – Strategische Verkenning’ uit eind 2020 geeft inzicht hoe we duurzame en compacte verstedelijking kunnen versnellen. Het rapport focust op het bouwen met biobased materialen, waaronder hout.

City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen

Nederland heeft een gigantische woningbouwopgave. De City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen wil stimuleren dat deze ‘grote verbouwing’ vooral duurzaam verloopt: met zo min mogelijk gebruik van grond en zo laag mogelijke CO2-uitstoot. De City Deal heeft als doel de juiste partijen bij elkaar te brengen en van circulair en conceptueel bouwen de nieuwe standaard te maken.

CO opslaan in bouwmaterialen

Dat de bouwsector kan bijdragen aan de vermindering van de CO2-uitstoot staat vast. Een goed inzicht in hoe groot de materiaalgebonden emissies zijn geeft het rapport ‘Inkopen met de milieuprestatie gebouwen (MPG)´.

De circulaire bouweconomie: verzamelplaats voor kennis

De circulaire bouweconomie vormt een verzamelplaats voor publicaties over circulair bouwen. Op de website met heldere zoekfunctie staan honderden documenten.

Subsidie- en financieringswijzer

Wie al concrete plannen heeft tot circulair bouwen kan via de Subsidie- en financieringswijzer op zoek naar financiële ondersteuning. Circulaire gebouwen staan onder meer op de Milieulijst, waardoor u in aanmerking komt voor MIA\Vamil.

Leidraad Circulair ontwerpen – Werkafspraken voor een circulaire bouw

Het Platform CB’23 stelde in 2021 de Leidraad Circulair Ontwerpen op met daarin zes circulaire ontwerpstrategieën. Het stelt dat je kunt ontwerpen voor/met:

  • preventie
  • reductie van levenscyclusimpact
  • toekomstbestendigheid
  • hergebruikte objecten
  • secundaire grondstoffen
  • hernieuwbare grondstoffen

BREEAM-systematiek

De BREEAM-systematiek geeft onder meer inzicht in de herkomst van de materialen en de gebouwflexibiliteit. BREEAM-NL is een certificeringsmethode voor een duurzaam gebouwde omgeving. De methode is sinds 2009 toepasbaar op Nederlandse bouwprojecten dankzij het Dutch Green Building Council en kent vier keurmerken:

Databases van Stichting NMD

De databases van Stichting NMD staan vol met milieudata die helpen bij het berekenen van de milieuprestatie van bouwwerken. Zo is er de database met (achtergrond)processen en basisprofielen, maar ook de database met productkaarten: de Nationale Milieudatabase (NMD).

DGBC

DGBC, kort voor Dutch Green Building Council, is een organisatie die zich richt op het toekomstbestendig maken van de gebouwde omgeving in Nederland. Het kennisplatform deelt informatie en innovaties van en met partners

Het Nieuwe Normaal (HNN)

Het Nieuwe Normaal is een programma van eisen geïnitieerd door Cirkelstad. Het is daarmee een goed hulpmiddel om de uw circulaire ambitie concreet te maken.

BLOEI-model

Het door Rijksvastgoed ontwikkelde BLOEI-model helpt bij het kiezen van de beste circulaire strategie voor uw doelen. Gebruikt u de R-ladder, de trias ecologica of toch het model van Brand? BLOEI staat voor:

  • Beheren en oogsten
  • Lage milieulasten
  • Ontwerpen
  • Economische –en samenwerkingsmodellen
  • Informatie vastleggen

Circulair bouwen: wat levert het op?

Het behalen van de klimaatdoelstellingen

In Nederland is de gebouwde omgeving verantwoordelijk voor liefst 38% van de totale CO2-uitstoot in ons land, blijkt uit de position paper Whole Life Carbon van het DGBC. 27% daarvan zijn operationele emissies (de energie die nodig is voor het gebruik van het gebouw), 11% materiaalgebonden emissies. Circulair bouwen kan de CO2-uitstoot sterk verminderen. Dat is hard nodig, want Nederland heeft de ambitie in 2030 55% minder broeikasgassen uit te stoten in vergelijking met 1990. In 2050 wil Nederland zelfs klimaatneutraal zijn, volgens de klimaatdoelen van de Rijksoverheid.

Uit een quickscan van TNO, uitgevoerd samen met het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), blijkt dat maximaal een kwart van de 250.000 woningen die de komende twintig jaar in Metropoolregio Amsterdam worden gebouwd, er via circulaire bouw kunnen komen.

Bijdrage leveren aan de woningbouwopgave

In Nederland is een groot tekort aan betaalbare woningen. Om te voorzien in de enorme woningbouwopgave van 1 miljoen extra woningen in 2030 kan circulaire bouw een uitkomst zijn. Biobased bouwen zoals houtbouw bijvoorbeeld leidt tot minder stikstofuitstoot, waardoor de bouwvergunning sneller rond is. Ook kan modulair bouwen de bouw versnellen.

Inspiratie: voorbeelden van circulair bouwen

Floating Office Rotterdam: klimaatadaptief bouwen met hout

Het Floating Office Rotterdam (FOR) is een 3.000 m2 groot, drijvend kantoor in de Rijnhaven en een voorbeeld voor klimaatadaptief bouwen en circulaire houtbouw. Het gebouw kan na zijn levenscyclus gemakkelijk gedemonteerd en hergebruikt worden. DWA was betrokken bij de ontwikkeling van het FOR. DWA stond aan de basis van diverse ontwerpkeuzen en hield zich bezig met bouwfysica, akoestiek, brandveiligheid en de installatieadviezen. Bovendien deed DWA het BREEAM-traject en de uitvoeringscommissioning. Het doel van commissioning is kwaliteitsbeheersing en prestatieborging.

DWA Gouda: bestaande bouw in een nieuwe jas

Eind 2019 verruilde DWA zijn kantoorpand in Bodegraven voor een bestaand pand in Gouda, dat volledig gerenoveerd is. Zo werden het dak en de gevel opnieuw geïsoleerd, is de vloerbedekking 100% recyclebaar en liggen er zonnepanelen op het dak. Dankzij het minimalistische ontwerp was er minder materiaal nodig. Het kantoor aan de Harderwijkweg opereert bovendien aardgasvrij, is voorzien van vraaggestuurde ventilatie voor een perfect binnenmilieu en gaat door het leven als smart building. In 2021 ontving DWA als eerste in Nederland gecertificeerd met een Binnenklimaat Label A.

Energiehotel Ede: modulaire houtbouw

Langs de snelweg A12 bij Ede verrijst het Energiehotel. Het Energiehotel Ede is energieneutraal, circulair, modulair en biobased gebouwd. Innovatief zijn de houten hotelkamers die als kant-en-klare modules in het stalen frame worden geschoven. Aan het eind van de levensduur van het gebouw zijn de modules zeer goed herbruikbaar. DWA tekende voor het installatieontwerp. Het Energiehotel Ede is winnaar van de Duurzaamheid Award 2020.

Renovatie Stadhuistoren Eindhoven: 95% hergebruik en recycling van materialen

De gemeente Eindhoven wil diverse gemeentelijke gebouwen in de binnenstad verduurzamen. De Stadhuistoren is inmiddels al onder handen genomen. Bij de renovatie is al het asbest verwijderd, maar al het overige bouwmateriaal vond een nieuwe bestemming door middel van hergebruik en recycling. Liefst 95% van het materiaal krijgt een tweede leven. In het oog springen de voormalige systeemplafonds die zijn ingezet als gevelisolatie de kasten gemaakt van de houten binnendeuren.

Berlijnplein Utrecht: cultuurhart met circulaire gebouwen

Een consortium onder de naam ‘De Pleinmakers’, waartoe ook DWA behoort, gaat aan de slag met de ontwikkeling van het Berlijnplein in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Het cultuurhart Berlijnplein heeft een omvang van 9.200 m² en bestaat uit diverse clusters, gebouwen, paviljoens en pleinen. De gebouwen worden met elkaar verbonden door een houten drager. In het ontwerp zijn diverse circulaire producten toegepast, zoals hout, gerecycled plastic en biobased materialen.

Benieuwd wat DWA voor u kan betekenen?

DWA heeft meer dan 35 jaar ervaring in het CO2-neutraal maken van gebouwen, wijken en gebieden. DWA loopt voorop in de warmtetransitie met advies over energiesystemen, gebouwinstallaties, bouwfysica en energiemonitoring. Ook de EU Taxonomie is een belangrijk instrument waarmee de Europese Unie haar klimaatdoelen van 2050 wil behalen. Altijd werkt het vanuit een integrale aanpak, waarbij het de energieprestatie in relatie ziet tot het materiaalgebruik.

Wilt u weten wat er allemaal komt kijken bij circulair bouwen en waarmee DWA u kan helpen? Neem dan vrijblijvend contact op met Annebeth Muntinga, annebeth.muntinga@dwa.nl / 06 – 500 656 79.